Terug

In de schoefkoar: Frans Oude Nijeweme

In de rubriek ‘In de schoefkoar’ neemt telkens een werknemer van Warmes plaats in de oranje Warmes-kruiwagen. Deze keer is dat Frans Oude Nijeweme die vandaag zijn laatste werkdag bij Warmes heeft. Hij gaat met pensioen dankzij de cao-regeling voor zware beroepen.

Naam: Frans Oude Nijeweme
Leeftijd: 64
Woonplaats: Beuningen
Burgerlijke staat: getrouwd met Ans, vader van Guus en Ellen, opa van Duuk, Jens, Stan en Dirk
Beroep: metselaar-tegelzetter 
In dienst bij Warmes sinds: 18 juni 1973

We kregen vanochtend allemaal een appje: ‘ik ga met pensioen’.

“Ja, dat leek me een goede manier om iedereen te bedanken voor de prettige samenwerking. Vandaag is mijn laatste werkdag en ik spreek niet meer iedereen persoonlijk, maar ik wilde wel graag afscheid nemen. Jammer dat dat nu niet kan tijdens een feestelijke bijeenkomst maar Warmes kennende, wordt dat nog dubbel en dwars goedgemaakt. Daar wordt altijd veel aandacht geschonken aan jubilea en afscheidsmomenten.”

Ruim 47 jaar bij Warmes, dat is geen record.

“Nee, de 50 jaar van Henny Ruël hoef ik niet per se te evenaren, haha. Ik maak graag gebruik van de cao-regeling voor zware beroepen. Ik ben de eerste bij Warmes die dat doet. Wie gebruik wil maken van de regeling, moet de laatste 25 jaar minstens 20 jaar op de bouw hebben gewerkt én het moet 3 jaar voor de AOW-datum zijn. Ik voldoe aan de criteria; ruimschoots zelfs. 
Het is een heel terechte regeling. Ik ervaar het echt als een zwaar beroep. Er is veel kracht voor nodig en kracht neemt af naarmate je ouder wordt. Hoewel je het een stuk beter kunt volhouden als je sportief bent met een goede conditie.”

Hoe kwam je ooit bij Warmes terecht?

“Ik was net klaar met de ambachtsschool, ging op de brommer naar Lattrop en vroeg aan Gerard Warmes of het klopte dat hij metselaars zocht. Dat was het geval en zo nam Gerard mij aan, op een zondagochtend.
Mijn leermeester van Willy Groeneveld. Slechts 10 jaar ouder dan ik, maar een heel goede leermeester. Ik heb veel van hem geleerd.

Het werk was toen wel heel anders dan nu. We hadden bijvoorbeeld geen steenzaag, dus wij hakten stenen met een kaphamer. En nu worden tegels verlijmd, maar ik heb ze nog in specie gezet. Tegenwoordig zijn tegels daar te groot voor en het kost ook veel tijd, maar het was wél het echte tegelzetten. Mooi werk.”

Hoe zou je de sfeer bij Warmes omschrijven?

“De sfeer is er goed, anders was ik niet zo lang gebleven. Je kent Rob en Paul? Dan weet je dat het geen directeuren in driedelige kostuums zijn. Gewone mannen voor wie je goed kunt werken. 
Bij Warmes werken mensen van alle leeftijden en dat gaat allemaal prima samen. Of je nou 20 of 60-plus bent, dat maakt niet uit. Als 60-plusser is het zelfs extra leuk vanwege het jaarlijkse 60-plusuitje. Welk bedrijf heeft dat nou?”

Wat was je eerste klus bij Warmes?

“Dat was de woning die we voor Jan ter Hart bouwden op de hoek van de Churchillstraat en Lattropperstraat in Denekamp. Een bijzonder huis met veel hoogteverschillen. Het is nog altijd mooi.”

En wat was het mooiste project in al die jaren?

“Dat waren er meerdere. Het huis van dokter Koekkoek in Berghum onder meer. Dat is gemetseld met oude stenen tussen oude gebintwerken. 
Ook het gebouw van (destijds) de woningbouwvereniging aan de Wilhelminastraat was mooi aan te werken. Het mocht allemaal heel luxe worden - compleet met lichtstraat - en we hebben er echt wat van gemaakt.”

Aan welk project werk je op dit moment?

“Aan de renovatie van een woning aan de Scholtenhoeklaan in Oldenzaal. Het is al de derde woning die we in die buurt renoveren. De mensen zijn telkens zo tevreden dat ze Warmes aanbevelen bij buren die ook willen verbouwen. Wat goede reclame.”

Heb je je eigen huis gebouwd?

“Ja, in 1981. In het centrum van Beuningen. We wonen er nog steeds naar alle tevredenheid. Je leert veel van je eigen huis bouwen. Je wilt alles zo goed en mooi mogelijk maken maar het moet allemaal ’s avonds en in het weekend. De bouw duurde daardoor anderhalf jaar.”

Waar hou je je mee bezig als je niet aan het werk bent?

“Met oppassen op de kleinkinderen. Elke week komen ze een dagje bij ons; alle vier jongens tegelijk. Dat geeft wel wat lawaai, ja.
Verder wandel en fiets ik veel met mijn vrouw. Wij fietsen meestal knooppuntenroutes, daarmee kom je op mooie plekken. Fietsen in Friesland vind ik prachtig. Dat vinden er niet veel maar ik hou nou eenmaal van vergezichten en open landschappen. Wandelen doe ik het liefst in eigen buurt. Singraven, Hakenberg, Tankenberg: we wonen in een fantastisch mooie regio.

Daarnaast ben ik al zo’n 40 jaar lid bij RTC Twente, de wielerclub in Denekamp. Elke zondagochtend en vaak ook op woensdagavond wordt er gefietst. 
Ik fiets ook met een club van zes fietsvrienden. Het liefst doen we de klassiekers. We hebben het parcours van de Amstel Gold Race gefietst, de Ronde van Vlaanderen, de Mont Ventoux en drie keer Luik-Bastenaken-Luik. We hebben zelfs la Marmotte volbracht. Daarmee fiets je vier bergen van de eerste categorie op een dag: de Galibier, de Alpe d’huez, de Télégraphe en de Glandon. 
Afgelopen jaar zouden we naar de Ardennen maar dat kon niet doorgaan. Toen hebben we de Elfstedenroute gefietst. Ook mooi. Voor komend jaar staat het Sauerland in de planning. De parcoursen worden wel steeds vlakker. Maar ja, wij worden ouder. 

Schaatsen doe ik trouwens ook nog, bij de IJsvogel. Elke week op IJsbaan Twente in Enschede. Ik hoop dan ook op een strenge winter. Dat zullen Rob en Paul het niet met me eens zijn want zo’n koude winter is lastig op de bouw. Maar ja, schaatsliefhebber hè?”

Wat ga je doen tijdens je pensioen?

“Oppassen op de kleinkinderen, nog wat meer fietsen met mijn vrouw, blijven sporten. Mijn familie zal ongetwijfeld af en toe een beroep op me doen voor werkzaamheden. Nee, ik ben niet van plan om te gaan stilzitten.
Het is wel een raar gevoel hoor. Nog een dag op de bouw en dan is het afgelopen. Maar eens komt dat moment en voor mij is dat nu. 

Ik wil iedereen bedanken voor de prettige samenwerking in al die jaren bij Warmes. Ik heb me hier als tegelzetter, metselaar én als mens kunnen ontwikkelen en het waren bijzondere jaren.”
 

In de schoefkoar: Frans Oude Nijeweme