Nieuw op warmes.nl: In de schoefkoar, een rubriek waar werknemers van aannemersbedrijf Warmes BV zich voorstellen. Rik Scherphof (sinds kort werkvoorbereider/calculator bij Warmes) had de eer om als eerste plaats te nemen in de schoefkoar.
Naam: Rik Scherphof
Leeftijd: 31 jaar
Woonplaats: Vriezenveen
Burgerlijke staat: getrouwd, vader van Evita (net 1 jaar), verwacht eind juli tweede kind
Functie bij Warmes: werkvoorbereider/calculator
In dienst sinds: 2 december 2019
Waarom koos je voor Warmes als werkgever?
“Ik wilde graag praktischer werk doen, met verantwoordelijkheden. Daarnaast zocht ik een baan met leuke collega’s en een goede sfeer. Dan ben ik bij Warmes aan het goede adres, dacht ik.”
En hoe is dat in de praktijk?
“Gelukt hoor, de werksfeer is prima. Problemen en vraagstukken worden bij Warmes samen opgelost; je staat er nooit alleen voor. Er is veel praktische kennis en ervaring aanwezig en daar maakt iedereen goed gebruik van. Bovendien krijg ik hier de mogelijkheid om een project van begin tot eind uit te werken, compleet met alle details. ”
Wat is je eerste klus?
“Twee nieuwbouwwoningen waarvan de bouw in week 6 begint. Jan Willem Weijers werkt me in. Mooie projecten.”
Aan welk soort project zou je graag nog werken?
“Eerlijk gezegd heb ik geen voorkeur want elk project heeft zijn eigen uitdagingen. Dat is wat dit werk zo leuk maakt: we maken telkens wat anders met andere details.”
Heb je je eigen huis zelf gebouwd?
“Haha, nee. Maar wie weet komt dat nog.”
Als je niet aan het werk bent, waar hou je je dan mee bezig?
“Ik speel waterpolo bij VZ &PC heren 2 in Vriezenveen. We staan tweede in de competitie maar helaas, er is geen zicht op de titel dit seizoen. Daarnaast ben ik leider van de tienerclub. Dat is een club voor tieners van 12 tot 15 jaar met wie we elke vrijdag sociaal maatschappelijke en geloofsonderwerpen bespreken, een initiatief van de protestantse kerk. Vroeger ging ik er zelf naartoe, daarna werd ik er leider. Ontzettend leuk om te doen.”
Was het als Vriezenvener wennen in Lattrop?
“De taal! Daar moest ik wel even aan wennen inderdaad.”
